Elena Guadagnucci en haar zoon Alberto woonden in Sant’Anna di Stazzema toen het bloedbad plaatsvond. Elena was bij de andere vrouwen van het dorp en raakte zwaargewond. Ze zou niet veel later aan haar verwondingen sterven. Alberto wist zich in het bos te verbergen en overleefde het bloedbad.
Elena Guadagnucci werd geboren in Avenza. Ze woonde met haar zoon Alberto in een plaats genaamd Fiumetto. Ze was een alleenstaande vrouw, nederig en hardwerkend. Tijdens de oorlog was ze verhuisd naar Tonfano, waar Alberto naar de lagere school ging. Na het evacuatiebevel van de nazi’s in de zomer van 1944 vond Elena onderdak in Sant’Anna di Stazzema.
In Sant’Anna di Stazzema waren ze te gast in de plaats Argentiera bij de familie Bernabò. Elena hielp hen met huishoudelijke taken terwijl haar zoontje speelde met zijn vriendje, Arnaldo. Op 12 augustus 1944, toen de nazis werden gezien, verstopten Arnaldo en zijn grootvader zich achter een struik. Alberto voegde zich bij hen en samen trokken ze naar het bos waar ze zich verstopten.
Alberto en Arnaldo hoorden de schoten, het geschreeuw en ze zagen het vuur. Nadat het stil was geworden, rende Alberto weg, nam wat brood en bereikte Valdicastello waar hij vrienden van zijn moeder vond. Alberto keerde de dag na het bloedbad terug naar Sant’Anna en vond zijn moeder. Elena was gewond geraakt in de stal van Vaccareccia. Ze moest naar het ziekenhuis worden gebracht, maar niemand kon haar vervoeren. Alberto ging terug naar Valdicastello om hulp te vragen, maar toen hij terugkeerde naar Sant’Anna was zijn moeder overleden.
Na het bloedbad werd Elena, zoals velen, samen met de andere slachtoffers begraven. Alberto heeft nooit geweten hoe en waar ze werd begraven. Hij had alleen een paar foto’s van zijn moeder. Tot het proces tegen de daders van het bloedbad in La Spezia sprak hij niet over wat er in Sant’Anna di Stazzema was gebeurd.
Op 15 november 2017 werd in Avenza, de woonplaats van Elena, een openbare tuin ingehuldigd ter nagedachtenis aan haar.