RESISTANCE Through Their Eyes

Online exhibition

Inleiding

Welkom bij de tentoonstelling Resistance through their eyes. Persoonlijke verhalen geven een beeld van verzet tegen het nationaalsocialisme tijdens de Tweede Wereldoorlog in vier Europese landen: Nederland, Italië, Polen en Duitsland.

De tentoonstelling toont hoe veelzijdig verzet in Europa was. De mogelijkheden voor verzet verschilden per land, afhankelijk van de omstandigheden. Hoe verzet je je tegen een onderdrukker? Wat betekent verzet als de lokale overheid samenwerkt met de bezetters? Of als je eigen overheid de onderdrukker is?

Het verzet nam verschillende vormen aan: sommigen kozen voor gewapend verzet en sabotage. Anderen juist voor geweldloze vormen, zoals hulp aan onderduikers, werk voor de illegale pers of het vervalsen van documenten. De tentoonstelling toont de moed van jongeren, vrouwen, Joden, mensen uit de koloniën en vele anderen.

We nodigen je uit om het verzet door hun ogen te ontdekken.

Verzet in vier verschillende landen

Deze tentoonstelling vertelt verzetsverhalen uit Nederland, Italië, Polen en Duitsland. De omstandigheden waarbinnen het verzet opereerde, verschilden per land.
In Duitsland kwam in 1933 Hitler met zijn nazipartij aan de macht. Hij maakte van Duitsland een dictatuur. Verzet werd hard onderdrukt. Communisten – die fel tegen de nazi’s waren – werden al in de jaren 1930 opgesloten in concentratiekampen. Georganiseerd verzet was nauwelijks mogelijk. Toch waren er groepjes mensen die hulp boden aan Joden en politieke gevangen, die illegale pamfletten verspreidden. Vanuit het leger werden zelfs moordpogingen op Hitler beraamd.
Het Poolse verzet ontstond in de eerste weken van de oorlog in 1939, na de bezetting van Polen door zowel nazi-Duitsland als de Sovjet-Unie. Het verzet begon met kleine lokale organisaties. Deze pleegden vooral gewapend verzet, maar sommige organiseerden illegaal onderwijs of hielpen Joden. Na verloop van tijd kwamen veel van deze groepen in contact met de Poolse regering in ballingschap in Londen. Zo ontstond de “Poolse Ondergrondse Staat”, met een geheime regering met een parlement en het “Armia Krajowa” (het Binnenlandse Leger), dat de grootste gewapende verzetsmacht werd in het door de nazi’s bezette Europa.
Nederland werd in mei 1940 door nazi-Duitsland bezet. In het relatief dichtbevolkte Nederland was gewapend verzet veel moeilijker. Illegale kranten riepen op tot verzet. Toen vanaf juli 1942 Joden werden gedeporteerd, gingen kleine groepen onderduikers helpen. Deze groepen begonnen landelijk samen te werken toen jonge Nederlandse mannen vanaf mei 1943 voor dwangarbeid naar Duitsland werden gestuurd. Er was ook een gewapende tak die voedselbonnen buitmaakte, bevolkingsadministratie vernietigde en verraders doodschoot.
In Italië begon het verzet tegen het fascistische regime van Mussolini in de jaren 1920. Verzet werd hard neergeslagen: antifascisten werden gevangen gezet, gedwongen verbannen en gingen ondergronds. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Italië een bondgenoot van nazi-Duitsland. Op 8 september 1943 gaf Italië zich over aan de geallieerden. Toen nazi-Duitsland daarop Noord-Italië bezette, begon het verzet tegen de nazi’s: gewapend verzet, sabotage, guerrillaoorlog, maar ook illegale pers en communicatie tussen de verschillende verzetsgroepen. Verschillende antifascistische groepen vormden het Nationaal Bevrijdingscomité om de gewapende verzetsacties te coördineren.

Project partners