​​Christoph Probst ​ 

Christoph Probst kwam uit een progressief gezin en was de enige student van verzetsgroep De Witte Roos die kinderen had. Hij werd ter dood veroordeeld voor het schrijven van een nooit verspreid pamflet waarin hij opriep tot verzet tegen het naziregime: “Beslis! (…) En als je besloten hebt, onderneem actie!”

Christoph Probst werd geboren in Murnau, Beieren, als tweede kind van de geleerde Hermann Probst en zijn vrouw Katharina, die lerares was. Zijn ouders scheidden in 1921. Omdat zijn vaders tweede vrouw Elise Rosenthal Joods was, ervoer Christoph het naziregime al snel als een bedreiging. Na de zelfmoord van zijn vader in 1936 bleef de nauwe band houden met zijn stiefmoeder.

Christoph sloot zich in 1934 op vijftienjarige leeftijd aan bij de Hitlerjugend. Zijn persoonlijke vrijheid betekende veel  voor hem en al snel vond hij de Hitlerjugend te beperkend. In 1935 ontmoette hij Alexander Schmorell en de twee raakten goed bevriend. Na de verplichte arbeidsdienst en twee jaar militaire dienst bij de luchtmacht, begon Christoph in de zomer van 1939 met een studie medicijnen in München. Op 21-jarige leeftijd trouwde hij met Herta Dohrn. Zij kwam uit een familie die kritisch tegenover het naziregime stond. Samen kregen ze drie kinderen. 

Als militair bij de luchtmacht werd Christoph overgeplaatst van München naar Straatsburg en vervolgens naar Innsbruck. Hij ontmoette Hans Scholl, oprichter van verzetsgroep De Witte Roos, in het voorjaar van 1941 via zijn vriend Alexander Schmorell. Probst ging naar de bijeenkomsten van De Witte Roos als hij in München was. Omdat hij al een gezin had, hield hij zich niet bezig met de gevaarlijkste verzetsactiviteiten. Eind januari 1943 schreef Christoph een tekst voor een pamflet,  geïnspireerd door de verwoestende Duitse nederlaag bij Stalingrad. Hij veroordeelde de moord op de Joodse bevolking en de wrede oorlog in Polen en de Sovjet-Unie. Hij stelde: “Hitler en zijn regime moeten vallen om Duitsland te laten overleven”. Toen Hans Scholl op 18 februari werd gearresteerd aan de Universiteit van München, zat het handgeschreven concept in zijn zak. Hij probeerde het tevergeefs te verscheuren en te verbergen. Twee dagen later werd Christoph in Innsbruck gearresteerd. Het gerechtshof veroordeelde hem samen met Hans en Sophie Scholl ter dood op 22 februari 1943. Hij werd beschuldigd van het opstellen van een ongepubliceerd pamflet en het luisteren naar Engelse radiozenders. Christoph Probst werd geëxecuteerd in de gevangenis van München-Stadelheim.

​​Christoph Probst ​ 

Christoph Probst came from an unconventional family and was the only one of the White Rose students who had children. He was sentenced to death for writing an unpublished leaflet in which he called for resistance against the Nazi regime: “Decide! (…) And once you´ve decided, take action!”.

​​Christoph Probst was born in Murnau, Bavaria, as the second child of the private scholar Hermann Probst and his wife Katharina, who was a teacher. His parents separated in 1921. Because his father’s second wife Elise Rosenthal was Jewish, Christoph soon experienced the Nazi regime as a concrete threat. After his father’s suicide in 1936, his close relationship with his stepmother remained. 

​Probst joined the Hitler Youth in 1934 at the age of fifteen. His personal freedom meant a lot to him, and he soon found the structures in the Hitler Youth too constricting. In 1935 he met Alexander Schmorell and the two formed a deep and lasting friendship. After compulsory Reichsarbeitsdienst (Reich Labour Service) and two years of military service in the air force, Probst began studying medicine in Munich in the summer 1939. At the age of 21 he married Herta Dohrn, who came from a family critical of the Nazi regime. Together they had three children.  

​Being a soldier in the air force, Christoph Probst was transferred from Munich to Strasbourg, then to Innsbruck. He met Hans Scholl in spring 1941 through his friend Alexander Schmorell. Probst took part in the meetings of the White Rose group during occasional visits to Munich. Since he already had a family, he did not involve himself in the dangerous resistance activities. 

​At the end of January 1943, Probst wrote a draft leaflet, mainly inspired by the devastating German defeat at Stalingrad. He denounced the murdering of Jewish population and the criminal warfare in Poland and the Soviet Union and stated: “Hitler and his regime must fall in order for Germany to survive”. When Hans Scholl was arrested at Munich University on 18 February, the handwritten draft was in his pocket. He tried in vain to tear it up and hide it. Two days later Probst was arrested in Innsbruck. The Volksgerichtshof (People’s Court) sentenced him to death along with Hans and Sophie Scholl on 22 February 1943. He was accused of drafting an unpublished leaflet and listening to English radio stations. Christoph Probst was executed in the Munich-Stadelheim prison. 

​​Alexander Schmorell ​ 

Alexander Schmorell werd geboren in Rusland maar groeide op in Duitsland. In de zomer van 1942 maakte en verspreidde hij samen met zijn studievriend Hans Scholl vier illegale pamfletten. Een tekst in het tweede pamflet, waarin de moord op Joden wordt veroordeeld als een misdaad tegen de menselijkheid, was geschreven door Alexander.

Alexander Schmorell werd geboren in Orenburg in Rusland. Zijn vader Hugo, een arts, kwam uit een Duitse familie die zich daar in de 19e eeuw had gevestigd. Zijn moeder Natalja was Russisch en stierf aan tyfus toen Alexander één jaar oud was. In 1920 hertrouwde zijn vader. 

Tijdens de Russische Burgeroorlog moest de familie het land verlaten en vestigde zich in 1921 in München. Alexander en zijn twee jongere broers en zussen groeiden tweetalig op en de Russische cultuur was een belangrijk onderdeel van hun opvoeding. 

Vanaf 1933 was Alexander lid van de nationaal-socialistische jeugdorganisaties. Na zijn schooltijd, in 1937, moest hij de arbeidsdienst vervullen en later moest hij bij de het leger: de Wehrmacht. Toen hij de verplichte eed van trouw aan Adolf Hitler moest afleggen, vroeg hij tevergeefs om ontslag uit de Wehrmacht. Zijn eenheid werd ingezet bij de invasie in Oostenrijk in 1938 en later tijdens de bezetting van Tsjecho-Slowakije. De discipline van het militaire leven stond haaks op zijn verlangen naar onafhankelijkheid en vrijheid.

In 1939 ging Alexander medicijnen studeren. Hij werd ingedeeld bij de Tweede Studentencompanie waar hij in juni 1941 Hans Scholl ontmoette en later ook Willi Graf. Ze raakten bevriend vanwege hun gedeelde interesse in kunst en literatuur en hun kritische houding tegenover het nationaal-socialisme. In juni en juli 1942 publiceerden Schmorell en Scholl vier verzetspamfletten “Blaadjes van De Witte Roos”.

Van eind juli tot oktober 1942 werden Schmorell en zijn vrienden van de Studentencompagnie gedwongen om als medische verplegers te dienen aan het Oostfront in de buurt van Moskou. Deze terugkeer naar het vaderland van zijn vroege jeugd, de ervaringen aan het front en het misdadige verloop van de oorlog, overtuigden hem om nog actiever te worden in het verzet tegen het naziregime.

Toen zijn verzetsvriend Hans Scholl en diens zus Sophie op 18 februari 1943 werden gearresteerd, besloot Alexander uit München te vluchten. Hij wilde zich te verstoppen in een kamp voor Sovjet krijgsgevangenen in de buurt van Innsbruck. Toen  mislukte, ging hij terug naar München waar hij op 24 februari in een schuilkelder werd verraden en overgedragen aan de Gestapo.

Het Volksgerechtshof veroordeelde Alexander Schmorell op 19 april 1943 ter dood, samen met Kurt Huber en Willi Graf. Het vonnis werd uitgevoerd op 13 juli toen Alexander werd onthoofd in de gevangenis van München-Stadelheim.

​​Alexander Schmorell ​ 

​​Alexander Schmorell was born in Russia but grew up in Germany. In the summer of 1942, he and Hans Scholl produced and distributed four illegal leaflets. A passage in the second leaflet condemning the murder of Jews as a crime against humanity was written by Schmorell. 

​​Alexander Schmorell was born in Orenburg in Russia. His father Hugo Schmorell, a doctor, was from a German family that had settled there in the 19th century. His mother Natalja was Russian and died of typhus when Alexander was one year old. In 1920, his father remarried.  

​During the Russian Civil War, the family was forced to leave the country and settled in Munich in 1921. Alexander and his two younger siblings grew up bilingual and Russian culture was an important part of their upbringing.  

​From 1933 onwards Alexander Schmorell was a member of National Socialist youth organizations. After school, in 1937, he had to perform Reichsarbeitsdienst (Reich Labour Service), and later he had to join the Wehrmacht. When he had to swear the obligatory oath of allegiance to Adolf Hitler he asked, in vain, to be discharged from the Wehrmacht. His unit was deployed in the invasion in Austria in 1938 and later during the occupation of Czechoslovakia. The drill and uniformity of military life were at odds with his longing for independence and freedom. 

​In 1939, Schmorell began studying medicine. He was then assigned to the 2. Studentenkompanie (Second Students´ Company) where he met Hans Scholl in June 1941 and Willi Graf at a later time. They became friends because of their shared interest in art and literature and their critical attitude towards National Socialism. In June and July 1942, Schmorell and Scholl published four “Leaflets of the White Rose”. 

​From the end of July to October 1942, Schmorell and his friends from the Students´ Company were forced to serve as medical orderlies on the Eastern Front near Moscow. This return to his early childhood homeland, the experiences at the front and the impression of the criminal conduct of the war convinced him to intensify the resistance against the Nazi regime. 

​When the Scholl siblings were arrested on 18 February 1943, Schmorell decided to flee Munich. He planned to hide in a camp for Soviet prisoners of war near Innsbruck. When this plan failed, he returned to Munich where he was betrayed in an air-raid shelter on 24 February and handed over to the Gestapo. 

​The People’s Court sentenced Alexander Schmorell to death on 19 April 1943, along with Kurt Huber and Willi Graf. The sentence was carried out on 13 July when Schmorell was executed in the Munich-Stadelheim prison.​

​​Zofia Haltof-Mikołajewska​ 

Zofia Haltof-Mikołajewska was verbindingsofficier en verpleegster bij de verzetsbeweging Armia Krajowa (het Binnenlandse Leger). Ze werd voor haar verzetsactiviteiten gearresteerd en naar concentratiekamp Auschwitz gestuurd.

Zofia Haltof-Mikołajewska werd geboren op 25 oktober 1921 in Krakau. Tijdens de bezetting was ze een actief  in het verzet. Sinds 1940 maakte ze deel uit van de Bond van de Gewapende Strijd van het Armia Krajowa.

Aanvankelijk was Zofia verbindingsofficier, maar na een geheime training van de Militaire Dienst voor Vrouwen, ging ze verpleegstersopleidingen organiseren. 

Op 20 oktober 1943 werd Zofia gearresteerd door de Duitsers op verdenking van verzetswerk. Ze werd enkele weken wreed gemarteld in het hoofdkwartier van de Gestapo in Krakau. Haar proces vond daar ook plaats en duurde weken. Daarna werd ze afgevoerd naar het concentratiekamp Auschwitz-Birkenau.

Ze kreeg de status van politiek gevangene (nummer 70452). In het kamp werd ze onderworpen aan pseudo-medische experimenten. De Duitsers injecteerden haar met tyfusbacteriën als onderdeel van een onderzoek naar de ziekte. Gelukkig wist ze te overleven. Toen de kampleiding in januari 1945 de gevangenen het bevel gaf om het kamp te verlaten (voor wat later de dodenmars werd genoemd), verborg Zofia zich samen met andere gevangenen in een pakhuis. Ze verzorgde de ernstig zieken tot het kamp door het Rode Leger van de Sovjets werd bevrijd. 

Dankzij Zofia begon de afdeling Krakau van het Poolse Rode Kruis al begin februari 1945 met het organiseren van medische hulp voor vrouwelijke gevangenen die in concentratiekamp Birkenau waren gebleven.

In de jaren 1976-1982 was Zofia actief in de Vereniging van Gehandicapte Oorlogsveteranen. Ze zette zich ook in voor de herdenking van de slachtoffers van de Duitse terreur. Zofia overleed op 27 juli 2010 en werd postuum bevorderd tot kapitein.

​​Zofia Haltof-Mikołajewska​ 

​​Zofia Haltof-Mikołajewska was a member of the Polish resistance and served as a liason officer and nurse with the Home Army. She was arrested and sent the Auschwitz Concentration Camp for her independence activities.​ 

​​Zofia Haltof-Mikołajewska was born on 25 October 1921 in Kraków. During the occupation she was an active member of the resistance, being a part of the Związek Walki Zbrojnej (the Union of the Armed Struggle of the Home Army) since 1940.  

​Initially Zofia served as a liaison office but after completing the underground NCO training course ran by the Women’s Military Service she was tasked with organizing nurse training sessions.  

​On 20 October 1943 Zofia was arrested by the German forces under the suspicion of being a member of the resistance. She was brutally tortured for several weeks at the Gestapo headquarters on Pomorska Street in Kraków. Her trial also took place there and lasted for weeks after which she was transported to the Auschwitz-Birkenau concentration camp.  

​She was granted the status of political prisoner (number 70452). She was subjected to pseudo-medical experiments in the camp. The Germans injected her with typhus bacteria as part of research into the disease. Luckily, she managed to survive. When the camp staff ordered a march out of the camp in January 1945 (later called the death march), Zofia hid in a warehouse together with her fellow prisoners. Until the camp was liberated by the Red Army, she took care of the seriously ill.  

​Thanks to Zofia the Kraków branch of the Polish Red Cross started to organize medical aid for female prisoners remaining in Birkenau as early as the beginning of February 1945. 

​In the years 1976-1982, Zofia was active in the Association of the Disabled War Veterans. She was also strongly committed to commemorating the victims of German terror. 

​Zofia passed away on 27 July 2010 and was posthumously promoted to the rank of captain. ​

​​Zenon Malik​ 

Zenon Malik was een Poolse soldaat en officier. Tijdens de bezetting van Polen sloot hij zich aan bij de verzetsbeweging Armia Krajowa (het Binnenlandse Leger) in Krakau en verzamelde inlichtingen voor het verzet.

Zenon Malik werd geboren in Krakau op 18 augustus 1920. Hij vocht in 1939 tegen nazi-Duitsland. Hij was boodschapper in het 20e Infanterieregiment van het Poolse leger. 

Zenon sloot zich direct na de bezetting in 1939 aan bij het verzet en werd getraind als onderofficier. Hij was betrokken bij sabotage-acties en trainde andere verzetsleden in Krakau , tot hij ging werken als spion. 

Zenon werd in 1941 gedwongen om bij de Duitse Baudienst te werken. In 1943 werd hij overgeplaatst om te werken in een militair ziekenhuis en  het Bacteriologisch Instituut.Zenon zorgde er voor luizen die werden gebruikt voor onderzoek naar tyfusvaccins. Door het werk kon hij inlichtingen verzamelen.

Zenon sprak Duits en hij besprak de situatie aan het oostfront met Duitse Wehrmachtsoldaten . Hij wist hun vertrouwen te winnen en raakte met hen bevriend, waardoor hij veel waardevolle informatie kreeg over de situatie van het Duitse leger aan het front.

Toen Zenon hoorde dat de Duitse troepen hem op het spoor waren, moest hij in 1944 Krakau ontvluchten. De rest van de oorlog dook hij onder in Brzesko. 

Na de oorlog werd Zenon lastig gevallen door het communistische regime. Na de val van het communistische regime, was hij één van de oprichters van de

Wereldvereniging van soldaten van het Binnenlandse Leger (Armia Krajowa).Hij was mede-oprichter van het Museum van de Geschiedenis van het Armia Krajowa.

Zenon werd onderscheiden met het Bronzen Kruis van Verdienste met Zwaarden, het Armia Krajowa Kruis en de Legermedaille. Hij overleed op 3 april 2018.

​​Zenon Malik​ 

​​Zenon Malik was a Polish soldier and officer. During the occupation of Poland he joined the Home Army in Kraków and gathered intelligence for the resistance. ​ 

​​Zenon Malik was born in Kraków on 18 August 1920. He was a cadet of the Lviv Cadet Corps No. 1. J. Piłsudski. Zenon participated in the defense campaign in 1939 as a messenger in the 20th Infantry Regiment of the Polish Army.

​He joined the resistance right after the occupation began in 1939. He took part in a non-commissioned officer course. He served in diversion and sabotage, and conducted non-commissioned officer courses for other resistance members in Kraków before becoming an intelligence officer.  

​Zenon was forced to join the German Baudienst (construction service) in 1941. He was then transferred to work in the Military Hospital at Copernicus street and in 1943 at the Bacteriological Institute at Pure street. Zenon worked as a lice feeder and cleaner. The lice were used for research into typhus vaccines. These jobs allowed him to gather intelligence.  

​Zenon spoke German and he talked to Wehrmacht soldiers about the situation on the eastern front. He managed to gain their trust and befriended them, which allowed him to obtain a lot of valuable information about the situation of the German army at the front. 

​Zenon received information that the German forces were on to him and had to flee Kraków in 1944. He spent the rest of the war in hiding in Brzesko.  

​After the war Zenon was harassed by the communist regime. After 1990, he was among the founders of the World Association of Home Army Soldiers and then of the Independent World Association of Home Army Soldiers. He was a co-founder of the Museum of the History of the Home Army, which turned into the current Home Army Museum.  

​Zenon was decorated with the Bronze Cross of Merit with Swords, the Home Army Cross, and the Army Medal for War 1939-45. He passed away on 3 April 2018.​

​​Tadeusz Bieńkowicz​ 

Tadeusz Bieńkowicz was actief in het verzet en nam deel aan één van de grootste acties om gevangenen te bevrijden in bezet Polen. Tadeusz vocht tegen de Duitse bezetting, de Sovjets en later ook tegen het Poolse communistische regime.

Tadeusz Bieńkowicz werd geboren op 19 april 1923 in Lida. Toen de Tweede Wereldoorlog begon meldde hij zich vrijwillig aan als militair en kreeg een baan bij een luchtobservatiepost. Toen de Sovjetbezetting begon sloot hij zich aan bij de verzetsbeweging en werd hij in 1943 soldaat in het Armia Krajowa (het Binnenlandse Leger)

Hij werd soldaat bij een eenheid die de Duitse infrastructuur aanviel. Hij werd bevorderd tot pelotonscommandant… Tadeusz vocht in de oostelijke grensgebieden van Polen, waar de Poolse verzetsbeweging zowel tegen de Duitse strijdkrachten als tegen de communisten vocht.

In de herfst van 1943 hoorde de inlichtingendienst van het Armia Krajowa dat ongeveer 70 leden van het verzet werden vastgehouden in de gevangenis in Lida. De bevelhebbers besloten de gevangenen te bevrijden. In die tijd was Lida een belangrijk transportknooppunt voor de Duitse strijdkrachten. Er was een garnizoen van ongeveer 10.000 Duitse soldaten en politieagenten in de stad, waardoor dit een zeer riskante operatie werd.

De commandanten van het Armia Krajowa gaven de best getrainde soldaten, waaronder Tadeusz, opdracht zich te vermommen. Deze mannen slaagden erin de bewakers te misleiden en de gevangenis in te nemen. De actie vond plaats in de nacht van 18 op 19 januari 1944. Verzetsleden werden bevrijd;  criminele gevangenen bleven achter. 

Tijdens de actie ontdekten de soldaten van het Armia Krajowa dat er zich onder het gevangenispersoneel een Rus bevond die door de verzetsbeweging werd gezocht voor misdaden tegen de lokale burgerbevolking. Tadeusz doodde deze man. 

De bevrijdingsactie was succesvol,zonder een schot te lossen. Het Duitse stadsgarnizoen werd niet gewaarschuwd en reageerde niet. Tadeusz werd voor deze actie onderscheiden met de hoogste militaire onderscheiding van Polen. 

Tadeusz  besloot zich na de oorlog te verzetten tegen het communistische regime. In 1950 werd hij gearresteerd en na een paar jaar gevangenisstraf weer vrijgelaten.

In de jaren 1990 werd Tadeusz gerehabiliteerd door de Poolse regering en in 2018 bevorderd tot eregeneraal. Hij overleed op 13 december 2019.